|
|
Orgel
Orgel
Het Mitterheiter-orgel van Steenderen
"Een organist geniet niet alleen van 'zijn' orgel bij de begeleiding van de gemeentezang, maar ook bij het studeren doordeweeks. Dan is het een genoegen om één te zijn met de klankkleur van het orgel", aldus Pieter Haverkamp, al meer dan 40 jaar organist. Sinds 1993 is hij onze vaste cantor/organist in Steenderen. In oktober 2016 heeft hij afscheid genomen en is opgevolgd door organist Joop van Goozen.
"Het bijzondere aan dit Mitterreitherorgel is, dat het in wezen een bescheiden orgel is. Het heeft 24 stemmen en toch een gigantisch volume. Het is met zijn typisch nederlandse dispositie, duidelijk afgestemd op luide gemeentezang. De akoestiek in de kerk ondersteunt en versterkt de klank van het orgel. Vooral de baarpijp, de quintadeen en de prestant 8 hebben een bijzonder mooi geluid".
Historie
De bouwer
De bouwer, Johannes Josephus Mitterreither (1733-1800) hoort dan ook tot de belangrijke Nederlandse orgelmakers van de tweede helft van de achttiende eeuw. Hij werd door zijn tijdgenoten als vakman al hoog geprezen. Van de ongeveer dertig kerkorgels die door hem gebouwd werden, was een orgel in de Grote Kerk van Hoorn zijn grootste werk. Helaas ging dit in 1838 door brand verloren. Maar de nog bestaande orgels, waaronder ook vele kabinet- of huisorgels, laten horen dat hij kwalitatief goede instrumenten wist af te leveren. Afkomstig uit een bekend Oostenrijks orgelbouwersgeslacht, komt Mitterreither omstreeks 1750 vanuit Graz naar Rotterdam.
Leiden
Elf jaar later vertrekt hij naar Gouda, waar hij op 25 januari 1761 van het stadsbestuur een tijdelijke verblijfsvergunning ontvangt. Midden 1769 verhuist hij naar Leiden, waar hij zich vestigt en blijft werken tot hij op 20 januari 1800 op 66-jarige leeftijd aan een beroerte overlijdt. Onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan orgels, maar ook veel nieuwbouw waren de werkzaamheden in zijn atelier. Zijn vernieuwende technische inzichten legde Mitterreither vast in een aantekenboek, dat waarschijnlijk als grondslag heeft gediend voor een veel gebruikt leerboek over orgelbouw.
'Ons' orgel
In zijn Leidse periode bouwde hij ook het Steenderense orgel. Omstreeks 1780 kreeg het orgel een plaats in een Katholieke kerk in Alphen aan de Rijn of in Amsterdam. We weten dat het vervolgens in 1891 in de Gereformeerde Buiten-Amstelkerk aan de Albert Cuypstraat in Amsterdam geplaatst werd, Dat vroeg om een aantal aanpassingen. Eén daarvan was dat de speeltafel rechts van het orgel kwam. Maar ook de klank van het orgel werd veranderd. Tot de sluiting van de Buiten-Amstelkerk in 1968 heeft het daar volop dienst gedaan. Toen Steenderen tijdens de restauratie van de Dorpskerk uitkeek naar een geschikte vervanging van het oude orgel, bleek de Mitterreither een uitstekend instrument. Een orgel dat voldeed aan de eisen van ruimte, omvang, klankkleur en stemmenaantal. Nadat het orgel grondig was gerestaureerd, de speeltafel weer op haar oorspronkelijke plaats werd teruggebracht, een aantal 'stemmen' opnieuw kreeg toegevoegd, kreeg het veel terug van zijn oorspronkelijke uitstraling en klankkleur.
Zingen, spelen, luisteren en genieten
Op zaterdag 27 november 1971 werd het officieel in gebruik genomen om dienst te kunnen doen in de liturgische traditie van de Hervormde Kerk. Alhoewel in 1780 gebouwd, zijn er in het orgel oude windladen en pijpwerk van rond 1700 aanwezig. Het pijpwerk bestaat uit zuiver lood, waarbij de frontpijpen zijn voorzien van een laagje bladtin. De stemming van het orgel is niet 'gelijkzwevend' maar in 'een oude temperatuur' gebracht. Dat bevordert de 'natuurlijke' klankkleur van het orgel. De kas is in een donkerrode kleur geschilderd waarbij het snijwerk met bladgoud is opgesierd. "Het orgel is niet alleen geschikt voor gemeentezang, maar ook voor concerten zeer goed bruikbaar", aldus Pieter Haverkamp. Mitterreither heeft een uitstekend instrument afgeleverd, dat is duidelijk. Een instrument dat het waard is om er 'zonder mankeren' goed op te laten spelen en er van te genieten.
| terug
|
|
|
|
|
|